woensdag 29 februari 2012

Wat je nodig hebt is LEF!! (van Kooten & de Bie)

Dit is een duoblog van Gijs Veenhuijsen, Belastingadviseur (Flynth Adviseurs en Accountants BV in Heerhugowaard en Schagen) en Esmeralda de Vries, organisatiesocioloog bij AVAfit.

Vaste AVAfitblog lezers weten dat we graag metaforen gebruiken in de blogs. Vooral beelden uit de natuur maken sommige moeilijke kwesties makkelijker en leuker om te lezen. Zo sprak ik over de Oost-Indische Kers of de Bij. Na mijn tweet over het creëren van moestuintjes in de "Eetbare stad" reageerde Gijs Veenhuijsen met de opmerking dat ik wel een beetje leek op Chauncy Gardiner uit “Being there”.  In het boek van Jerzy Kosinski en de film uit 1979 met in de hoofdrol Peter Sellers, beantwoordt Chance (de tuinman) vragen met feiten uit de tuin en natuur. Anderen vertalen deze antwoorden als metaforische uitspraken op het gebied van financiële, strategische en politieke onderwerpen. Interessant niet waar?
Gijs, hoe zou jij de huidige financiële en economische situatie in Nederland beschrijven?



Om in de termen van Chance te blijven: “De tuin is altijd in beweging. Waar verleden week de tulpen (lees bijvoorbeeld een autoproductiebedrijf te Born) in hun vruchtbare maar relatief droge aarde nog konden doen alsof zij voor altijd de tuin zouden domineren, zijn zij nu kwijnend. Maar kijk nou, daar verderop, ontstaat iets geheel nieuws. De tuin is aan de oever van de stroom helemaal drassig geworden. Tsja, het regent veel de laatste weken. De Zwanebloem (lees bijvoorbeeld: medicijnproductiebedrijf) spint hier duidelijk garen bij. De tuin laat zich nu aan de drassige oever van de stroom juist van haar beste kant zien.
Economisch gezien sterven dus bij tijd en wijle bepaalde ‘takken van sport’ af. Dit kost banen en dat is bijzonder zuur als dat jou toevallig treft. Ergens anders ontstaat echter juist behoefte aan nieuwe mensen omdat opeens daar mogelijkheden liggen. Als mens moet je dus kunnen veranderen. Dat is echter weer makkelijker gezegd dan gedaan.
Ik zou zeggen een aanbeveling de opleidingen in ons land en, daaraan gekoppeld, het arbeidsrecht, te flexibiliseren. Zonder overigens de sociale kanten uit het oog te verliezen. Mensen moeten wel beloond worden voor hun bereidheid en mogelijkheid te veranderen.


Ja, die bereidheid tot veranderen is nodig om in de huidige tijd te overleven.... Van Darwin leerden we ook al dat het niet de grootste en sterkste dieren zijn die overleven maar die speciën die zich snel aanpassen aan de veranderingen. Dat is soms hard, maar daar is ook MOED voor nodig. Chance heeft die moed. Hij stapt -weliswaar noodgedwongen- in een wereld die hij eigenlijk niet kent. Veel mensen beslissen vanuit angst en durven vervolgens de stap niet te zetten. Zij blijven vasthouden aan die verworven rechten, privileges en vanzelfsprekendheid. De tulp en de zwanenbloem groeiden inderdaad niet overal. Maar kunnen bloemen hun bodem of watervoorziening misschien beïnvloeden?
Via Aukje Nauta hoorde ik van het “Boiling Frog syndroom”. Wanneer een kikker in een pan met kokend water wordt gegooid, spring de kikker er meteen uit om het vege lijf te rijden. Terwijl de kikker wordt gezet in een pan koud water die langzaam verhit tot kookpunt rustig blijft zitten en zichzelf dood kookt. Het experiment is een metafoor voor de mensen die blijven vasthouden aan die verworven rechten, etc. Wanneer je mensen langzaam laat wennen aan het comfort, de luxe en de pampering, dan denken ze niet meer na. Ze kijken niet meer om zich heen en vinden het best zoals het is (lekker warm, he?) of verstijven van angst. Tot het moment dat ze niets meer kunnen.
Dus werkgevers en werknemers, opgelet! Wentel u niet meer in (zellf)genoegzaamheid, maar wees u bewust van de acties die nodig zijn in deze veranderende omgeving, verzamel uw moed en kom tot actie. Alle mooie technische innovaties ten spijt, een innovatie slaagt in 75% door sociale innovatie (Erasmus Concurrentie en Innovatie Monitor 2010-2011). Sociale innovatie is de bereidheid om slimmer te werken, dynamisch te managen en flexibel te organiseren (NCSI).
Gijs, wat herken jij van deze moed en angst?


Veel!  Een organisatie zit vol mensen die tussen angst en moed zweven. Ik ken veel mensen die dol zijn op hun werk. De technologie maakt echter korte metten met hun job. Betalingen worden tegenwoordig, door handige systemen, automatisch geadministreerd. Weg traditionele boekhouder! Om bij de club te kunnen blijven, moet je je dan ontwikkelen. Dat komt nooit uit. Je hebt ook nog een gezin, een familie, een vriendenkring enzovoorts.
Maar de tijd schrijdt voort. En langzaam verdwijnen er collega’s uit je kantoortuin. Werk dat er vroeger wel was, is er niet meer. Hans Klok heb je niet eens gezien! Angstig, kan ik je vertellen!
Niets doen kan. Mensen creëren deze (gemaks)optie wel. Als door anderen hard wordt gewerkt aan het vruchtbaar maken van de grond (lees nieuw vormgeven van verdienmodel) ben je missschien weer heel bruikbaar. Een gok, dat weet men zelf ook wel. Alweer, angst!
Een paar jaar geleden werd onze dienstverlening pro-actiever (een woord dat ik tegenwoordig minder lijk te horen). We wachtten niet langer op wat klanten kwamen brengen. Nee, we zochten ze op en deden ons werk vooral daar. Dat vereenvoudigt het leven van de klant, en brengt een steviger netwerk voor de organisatie. Dat is goed gezien door die organisatie. Maar voor veel mensen vergde dit een te groot offer. Zij werden uit hun ‘comfort zone’ gehaald. Velen zagen deze beweging met ‘angst en beven’ aan en verdwenen. Anderen bleken in staat het vaste patroon van jaren te doorbreken. Voor hen was de angst mogelijk even groot, maar zij overwonnen zichzelf. Uiteindelijk hebben zij henzelf, hun klant en de organisatie een dienst bewezen.
Zij registreerden dat het water heter werd en ze sprongen. Voor hun gevoel in iets ongewis, maar dat maakt hen des te moediger.
Esmeralda, volgens mij is die sprong nog het makkelijkst. Denk jij ook niet dat het voelen van opwarming en het bepalen van het moment dat je springt nog lastiger is?


Goede vraag, Gijs! In de afweging of je springt of doodkookt, lijkt (achteraf) de sprong de beste optie. Toch is angst niet alleen een grote belemmering maar ook -zoals mijn oma altijd vertelde- een slechte raadgever. Je moet dus wel zeker zijn van je zaak en sterk in je schoenen staan om de sprong te wagen. Na de eerste sprong uit de kantoortuin volgen er meer....... Het doet me denken aan het bekende sprookje “De onzichtbare kleren van de keizer” (zie ook AVAfitblog). Uiteindelijk blijkt dat iedereen, die niet dom wil lijken, het juist is. Die mensen houden hun mond en doen net alsof die kleren de mooiste zijn die ze ooit gezien hebben, terwijl ze doodsbang zijn te erkennen dat ze helemaal geen kleding zien en de keizer flink voor paal loopt. Ze verschuilen zich achter regels en afspraken. Ze legitimeren hiermee hun passiviteit. Pas wanneer -van uit de toeschouwersmenigte- het jongetje hardop roept wat zij denken, durven ze er voor uit te komen. Zo ook bij  Chance! Hij is anders, dat zien en begrijpen de mensen wel. Zij vertalen zijn beperkte visie, zijn kennis over de natuur naar moeilijke en strategische antwoorden. Ze twijfelen aan zichzelf en durven niet te erkennen dat ze niet alleen het antwoord op de vraag niet weten, maar ook niet snappen wat Chance bedoelt. “Zo simpel kan het leven toch niet zijn”.En toch leven ze allemaal in dezelfde turbulente wereld. Je zou je af kunnen vragen: Is Chance nu zo moedig of die mensen zo bang? Tenslotte zijn (volgens “Being there”) alle ondernemers eigenlijk tuinmannen....
Volgens mij is deze vraag nu ook actueel.  Kunnen mensen hun angst en onzekerheid beheersen en nuchter blijven kijken en nadenken, zodat ze “de sprong” durven wagen?


Ik zie twee interessante dingen voorbijkomen in je laatste stuk. De eerste is het deel waar mensen eenvoud omzetten in moeilijke strategische antwoorden. Dat gebeurt heel vaak en komt er uiteindelijk vaak op neer dat die personen de vraag niet helder hebben. Mijn handen jeuken, maar daar wil ik het nu niet met je over hebben.
Jouw vraag aan het einde sluit precies aan bij de zin in het begin, waarin je opmerkt: “je moet wel sterk in je schoenen staan om de sprong te wagen.” Dat zei jij omdat je daarvoor opmerkt dat angst zowel een belemmering als een slechte raadgever is. Ik tekende bij die zin, met pen, aan: “Als die sprong wellicht nodig is om je hachje te redden, moet je voor jezelf uitmaken dat je niet uit angst springt (of blijft zitten).”
Dat is denk ik de crux voor ons simpele werknemers. Hoe bepaal je dat? Daarbij mag je natuurlijk vertrouwen op je eigen inzichten en ervaring. Als je wat ouder bent, heb je al veel dingen voorbij zien komen en dat is van waarde. Maar een sociaal netwerk is daarbij ook van belang. Mensen waar je mee omgaat, kennen jou op een bepaalde manier. Ze hebben je zien zwoegen, je jezelf groot zien houden, zien instorten enzovoorts. Zij hebben veel inzichten in jou in relatie tot de lastige omstandigheid die je er toe brengt na te denken over.... “de sprong”. Je moet uiteraard wel dit netwerk activeren door daar ook echt de kwestie voor te leggen. Voor veel mensen eng, maar verplichte kost vrees ik. Overigens heb ik het hier over ‘sociaal netwerk’ in de traditionele zin, dus niet de electronische variant.
In zekere zin sluiten we dus uit dat we springen (of blijven zitten) uit angst door de confrontatie met die angst aan te gaan. We bekijken hem van alle kanten, we springen er eens op en kijken hoe hij reageert, we bespreken hem net zo lang tot hij enigszins vertrouwd wordt en tenslotte is die angst een bespreekbaar onderdeel van alle afwegingen die je moet maken. Je hebt hem gerationaliseerd. Aan de hand daarvan maak je, vermoed ik, de beste kans om uit te sluiten dat het al dan niet maken van de sprong wordt besloten op basis van een ongewis element (want dat is angst vaak, juist doordat je haar niet kent, besproken hebt etc.)
Esmeralda, kun jij mij vertellen of ik hier een goede analyse neerleg of begin ik nu juist enigszins door te slaan? Zitten wij op het goede spoor?


Als angst een slechte raadgever blijkt te zijn en er moed voor nodig is om de sprong te wagen, heb je dus een methode nodig om de keuze te maken. Een mooie metafoor in het boek en de film is de afstandbediening van de tv. Chance heeft hem van “de oude man” cadeau gekregen. Hij bepaalt via de “pieper” de tv kanalen en vindt dat zo vanzelfsprekend dat hij in het gewone leven buiten het huis ook denkt dat hij de werkelijkheid kan beïnvloeden door met de pieper tijdens vervelende situaties “van kanaal te wisselen”.  Hij benadert moeilijkheden dus rationeel. Dat blijkt ook tijdens het gesprek met de President van Amerika. Chance beantwoordt zijn vraag over een moeilijke financiële kwestie aan de hand van de seizoenen. De seizoensinvloeden veranderen de tuin en het werk dat in de tuin gedaan moet worden. Eerst wordt het lente en bloeit alles op om in de zomer tot volle glorie te komen. In de herfst bouwt de tuin zich af om in de winter te rusten. Maar daarna volgt weer de lente, etc. Afbouwen en zelfs afsterven en rust behoren tot de natuur. Er komt altijd weer een nieuwe start. Je hebt dus een soort afstandsbediening in je hand wanneer je erkent dat niets bij het oude zal blijven. Chance geeft het advies: Alles is mogelijk, maar blijf bij je zelf (be natural). Dat klinkt bemoedigend, niet waar? Je kan angst dus overwinnen door te accepteren dat bomen niet tot in de hemel groeien of door te erkennen dat verandering van spijs doet eten...... (om maar bij Chance’s oneliners te blijven). Ineens blijkt de neergaande spiraal een opening te hebben die het begin is van iets nieuws.
Het mooiste uit de film vind ik het beeld dat Chance ineens over water gaat lopen. Hij blijkt toch wel iets bijzonders te zijn.  Wat moeten we daar nu mee?
Uit de boek/film blijkt dat het gaat om bewustwording, afweging en  keuzes maken, maar vooral over nieuwsgierigheid, moed en jezelf blijven. Het leven is precies dat wat je er zelf van wil maken.

Samenvattend: Life is a state of mind.... and Work to? Be AVAfit.

1 opmerking:

  1. Mooi stuk! Vooral het verhaal van de kikkersprong spreekt me bijzonder aan. Juist omdat je kunt springen als het te heet wordt onder je voeten. Anderzijds is het goed om eens een sprong te wagen naar een lelieblad op het water dat een heel andere kant op drijft. Hoe kunnen we werknemers stimuleren of zelfs beinvloeden om die sprong te maken. De angst vertaalt zich in hun ogen in veiligheid, die is lastig op te geven. Terwijl juist een sprong - of meerdere - je zoveel verder kan brengen en ontwikkelen.

    BeantwoordenVerwijderen

Ik stel uw reactie zeer op prijs! Uw bericht zal worden geplaatst op deze blog, onder het artikel.