vrijdag 28 november 2008

Camera perspectief.


Het einde van het jaar zit vol met bijeenkomsten waar BN-ers, sporters, politici of succesvolle ondernemers de kans krijgen hun visie en boodschap te verkondigen aan een zaal nieuwsgierige luisteraars. Donderdag 27 november was ik te gast bij de Rabobank Amerland en luisterde geïnteresseerd naar de gepassioneerde spreker Edmond Öfner. Edmond is de eerste Nederlander die én de top van de Mount Everest en K2 heeft beklommen én op het puntje van de Noordpool is geweest. Hij vertelt over de voorbereiding, zijn team en de weg er naar toe.



Zijn enthousiast verhaal gaat over teambuilding en het plannen van een reis vol risico's, ethische vraagstukken en filosofische overwegingen. Wat is belangrijker? Het doel of de reis er naar toe? Eigenlijk kan Edmond zijn reis niet maken zonder zich te focussen op zijn doel. Het doel behalen lijkt daardoor minder belangrijk als de weg er naar toe.

Ten tweede maakt hij de vergelijking tussen een expeditie en een onderneming. Edmond vind zich zelf ook een ondernemer. Het plannen van zijn expeditie is vergelijkbaar met ondernemen in crisistijd. Als ondernemer moet je op alles voorbereid zijn, zo ook op crisis. Het is een onderdeel van de reis. Het feit dat hij nog leefde, en al zijn vingers en tenen nog bezat was vooral te danken aan het feit dat hij (als bang jongetje) heel voorzichtig en goed voorbereid op reis was geweest.

Tenslotte vertelt hij ook over het verkrijgen van inzicht. Tijdens de beklimming van de Mount Everest heeft hij als lid van het team dat het laatste stukje naar de top zou beklimmen als cameraman gefungeerd. Hij filmde het succes van mensen die de top haalden en maakte meteen onderdeel uit van het team. Hij klom zelf ook naar de top, maar bekeek en filmde het succes vanuit een ander perspectief: het camera perspectief.

Bovenstaande drie inzichten bij elkaar geven een interessante waarneming:
Tijdens een goed voorbereide reis heb je tijd om om je heen te kijken en te zien wat er om je heen gebeurt, waar je bent, of je bij moet stellen, wat er met het team gebeurt. Je filmt als het ware jouw expeditie. Wil je dus komen tot je doel, dan zal je de tijd moeten nemen omje voor te bereiden en te reizen, inclusief alle risico's en problemen die zich voor zullen doen. Als deze reis te lang is, hak het dan in stukjes (83e breedte graad, 84e breedte graad, enz.) en VIER het behaalde (sub)doel. Om dat goed te kunnen moet je monitoren vanuit een camera persectief.

Kijk ik naar het AVAfit model, dan zie ik een camera voor de voorbereiding van de reis, de reis in fases/fits en het behalen van doelen.

dinsdag 25 november 2008

Knelpunten Innoveren.

Waar lopen ondernemers tegen aan bij het innoveren? Wat houdt hen tegen? Waar mopperen ze over? Het innovatie-actieplan West-Brabant 2008-2011 rapporteert dat uit onderzoek en interviews de volgende knelpunten naar voren komen:

1. Gebrek aan tijd (prioriteitsstelling).
2. Gebrek aan financiële middelen.
3. Regelgeving overheid.
4. Beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel.
5. Cluster- en netwerkvorming.
6. Vermarkten van nieuwe producten en diensten.
7. Ontwikkeling van nieuwe producten en diensten.
8. Kennisontwikkeling, -ontsluiting en -toepassing.
9. Bevordering ondernemerschap.
10. Bedrijfsoverdracht.

Wat gaan we hiermee doen?
Ik lees met verbazing punt 2. (hoog op de mopperlijst) over het gebrek aan financiele middelen. Via de website van dat zelfde innovatie West-Brabant convenant lees ik:


Eerst eens even uitzoeken wat dat nu inhoudt, vóór we mopperen dat er geen geld is voor innovatie. Maar laten we wel realistisch blijven en zien dat veel subsidiegeld opgaat aan vergaderen en advies. Heeft de ondernemer dat écht een reden om te mopperen?

dinsdag 18 november 2008

"Vooraf of achteraf" that's the question.....

Vanmiddag was ik aanwezig bij de werkgroep Innovatie van MKB Brabant. We spraken daar met bestuurders, vertegenwoordigers van branche organisaties en de SMART groep over de vraag hoe we het MKB in beweging kunnen krijgen. Er kwamen "do's en don'ts" op tafel alsmede successen en mislukkingen, maar de vraag bleef hangen: 
"Hoe verleiden we het midden- en kleinbedrijf in het aangaan van veranderingen op weg naar innovatie?".

Interessante vragen, gedreven discussies, deskundige inbreng..... Toch kwamen we er niet uit. Roger Lenssen van SMART verdeelde de ondernemers in vier groepen: de pioniers, de volgers, de cynici en de dwarsliggers. De pioniers innoveren vanzelf, de dwarsliggers zullen nooit innoveren. Deze twee groepen hadden geen stimulans nodig.

Toen bedacht ik me de volgende vraag: Hoe worden deze ondernemers geprikkeld tot innovatie en wat houdt hen tegen? Als ik kijk naar de groep volgers en cynici dan hoor ik al de bezwaren op me af komen. En terecht! Subsidies verdampen meestal in de weg naar innovatie door vergadering op vergadering en van advies tot advies. Maar weinig subsidie komt écht bij het midden- en klein bedrijf terecht. Daarnaast is het aanvragen van de subsidie een enorme papierwinkel en vraagt het om een aangepaste en bijzondere administratie. Dat is ook iets waar het midden- en klein bedrijf niet (gemakkelijk) toe in staat is of op zit te wachten. Vooraf innoveren stimuleert dus niet!
Maar stel je een prijs beschikbaar voor het beste innovatie idee in de Bouw en/of op het gebied van Energie, en/of duurzaam ondernemen, dan krijgt de pionier ook eens een beloning voor zijn inzet die hij/zij zonder subsidie gewoon doet. Dit stimuleert en motiveert de groep volgers om toch ook eens hun nek uit te steken en waarschijnlijk geeft het de cynici zelfs argumenten om het ook eens te proberen. Ze lopen namelijk geen risico!

Voor het eerst in mijn leven vind ik achteraf een beter middel dan vooraf.
Een mens is nooit te oud om te leren.

maandag 17 november 2008

Afstemming = Willen-Wensen-Doen.





In het Kookboek Sociale innovatie van de Greenfieldgroep staan voorbeelden van best-practice in sociale innovatie, maar ook meningen en uitspraken van BN-ers en experts. Ben- Verwaayen, Algemeen directeur Alcatel-Lucent, geeft in menu 8 als receptuur: "Sociale innovatie: het gaat om willen".


Ben geeft drie verklaringen op de vraag: "Waarom gaat sociale innovatie niet sneller?":
- sociale innovatie wordt gebruikt als deftige benaming van klassieke wensenlijstjes.
- de strijd tussen geleidelijkheid en wat echt nodig is.
- er gaat NIEMAND over. (het is het "we-probleem dat ze moeten oplossen").


Dus eigenlijk is sociale innovatie met het loslaten, creëren van ruimte, gebruik maken van kansen, etc. in eerste instantie een kwestie van WILLEN.
Waar kan ik vastgebaande paden loslaten, ruimte creëren om in te gaan op een ontstane kans?
Het tweede werkwoord is WENSEN!
Gewoon uitproberen, kijken hoe het gaat, testen en kijken wat het oplevert.
Het derde begrip dat volgt is dus DOEN.

Acties zoals WILLEN-WENSEN-DOEN vragen om visie.
Wil je vooruit, wát wens je en wát ga je daar aan doen? Een mooi bruggetje naar Ben Tiggelaar. Die in zijn boek Doen! (2003) nieuwe praktische inzichten geeft voor verandering en groei.
Hij beschermde zijn idee niet en gaf zijn methode op internet vrij voor gebruik in de vorm van een korte samenvatting met tips en een werkboek. Ook ik heb van deze methode gebruik gemaakt in mijn workshop "De gezonde loopbaan" en "Het Levensloopspel". Deze workshops werden ingezet in de sector Zorg en hadden als doel werknemers bewust te maken van hun omgeving, de mogelijkheden te ontdekken en hen uit hun passieve werkhouding te halen. Het was praktisch, leuk en heel concreet. Mensen maakten door middel van platen, teksten, pictogrammen, etc. een vertaling van wie ben je, wat wil je en hoe ga je dat bereiken? Aan het einde van de workshop hadden zij een contract met zichzelf afgesloten, voorzien van hun eigen naam en handtekening.
Ook in deze workshops ging het om willen-wensen-doen.

Laten we het niet moeilijk maken, maar gewoon eens gaan DOEN!

vrijdag 7 november 2008

Winnaars en verliezer.


Nog in de ban van de inspiratie door de presentatie van Marc Lammers weeg ik winnaars en verliezers met innovatie en continuïteit. Zo los van elkaar hebben deze begrippen geen verband, maar met de uitspraken van de bondscoach zie ik ineens dat het klopt.

Winnaars hebben een plan: lef/passie = innovatie
Verliezers hebben een excuus: angst = continuïteit

Winnaars zien mogelijkheden: lef/passie = innovatie
Verliezers zien moeilijkheden: angst = continuïteit

Winnaars laten iets gebeuren: lef/passie = innovatie
Verliezers wachten tot er iets gebeurt: angst = continuïteit

Blijkbaar is er een verband tussen mensen die door lef en passie komen tot innovatie komen en winnen! En dat mensen die door angst voor verandering en kiezen voor continuïteit verliezers zijn.
Dus:
Winnen is belangrijker dan deelnemen!

donderdag 6 november 2008

Winnen met Talent = sociale innovatie.


Vandaag was ik op de themabijeenkomst van Compagnon "Winnen met Talent?" in de prachtige Verkadefabriek in 's-Hertogenbosch. Niet alleen de titel sprak mij aan, want wie wil er nu niet winnen met talent. Maar ook dat Marc Lammers, Bondscoach van het Nederlands dameshockeyteam dat op de Olympische Spelen in Beijing GOUD behaalde, er was. Hij zou spreken over het onderwerp "Winnen is belangrijker dan deelnemen". Ik ging dus naar Den Bosch toe.

Marc bleek een positieve vlotte spreker, die zich voorzag van een presentatie 2.0, voorzien van kleurige sheets met foto's en weinig woorden en lekker veel filmpjes. Hij voorzag zijn verhaal met een gemak van praktische voorbeelden uit zijn sportleven en de belevenissen van het dameshockeyteam.
Na ruim een uur rondde hij zijn presentatie af en gaf het publiek de gelegenheid tot vragen stellen.

In die periode maakte ik voor mezelf een samenvatting.
Marc vertelde dat je wel moet willen winnen om te kunnen deelnemen. En dat het team van een vorige derde plaats nu eerste moest willen worden. Daarvoor was verandering nodig. Als coach had hij invloed op het proces, niet op het resultaat. Hij had invloed op: verandering - weerstand - kinderziektes - succes - trots (en een applausje voor jezelf). Hij gaf prijs dat hij ondanks de inzet van de videobril waardoor hij heel snel de herhaling van de strafcorners kon zien, de (ge)hoorapparaatjes waarmee hij de spelsters aanwijzingen kon geven, en het ijskoude bad om na de wedstrijd de lichaamstemperatuur terug te brengen, de grootste successen waren geboekt door de verandering van de speelsters zelf. De waren in 4 jaar tijd enorm gegroeid. Hij bevestigt hiermee de uitspraak van prof. Volberda over de innovatiemonitor dat slechts 25% van de innovatie veroorzaakt wordt door technologische innovatie en 75% door sociale innovatie.
Hoe kreeg Marc Lammers het voor elkaar dat er telkens een paar % winst werden geboekt?
Hij ontdekte dat hij niet een elftal met copietjes van Marc Lammers wilde hebben en dat hij diversiteit in zijn team wilde hebben en ondersteund moest worden door compagnons. Daarna heeft hij zijn coachingstijl aangepast. Niet meer zeggen wat het team moest doen om te winnen, maar vragen waar zij zelf 2% meer succes in konden behalen. De vrouwelijke spelers met elkaar laten praten en ook hun emoties te uiten leverde een opluchting en acceptatie van de diversiteit op. In dit proces van: Herkennen - Erkennen - Communiceren gaf hij aan dat het team wilde leren van fouten, uitdagingen aanging, en zelf een mening en visie vormde over hun doelen . De POP's bleken zeer waardevol te zijn.

Aan het einde van de presentatie dacht ik euforisch: Hij weet wat sociale innovatie is!!!!!! Ik stapte naar hem toe, gaf hem mijn kaartje, bedankte hem voor de inspirerende presentatie, en complimenteerde hem over het bewustzijn van sociale innovatie. "Wat, zei hij, Sociale innovatie? Wat is dat?"

Blijkbaar doen mensen die geloven in inzet, lef, samenwerking en % vooruitgang, vanzelf aan sociale innovatie, zonder dat ze het begrip kennen. Marc kent het begrip niet, voelt het wel en doet het gewoon.
Wie is de volgende?