woensdag 10 december 2014
De homo coöporatus.
We zouden met recht onze soortnaam homo sapiens op aan kunnen passen: homo coöporatus. De samenwerkende mens zou ons beter typeren dan de denkende mens. Geen enkel levend wezen op deze planeet werkt namelijk zoveel samen met zijn soortgenoten als wij.
Al deze mensen, in al deze mijnen, staalfabrieken, elektriciteitscentrales, olieplatforms, transportbedrijven en alle infrastructuur eromheen hebben stuk voor stuk een minuscuul aandeel in die enorme productieketen die uiteindelijk uitmondt in dat simpele potloodje in jouw bureaula. Wie dat eenmaal beseft, kan nooit meer naar dingen kijken met zijn mond dicht. Want wat voor het potlood geldt, geldt voor nagenoeg alles om ons heen. (Rob Wijnberg)
Hoe staat dit in verhouding met de huidige trend van "zelfredzaamheid" en "zelfvoorzienigheid"? Tijdens een college Sociologie (Erasmus universiteit) vertelde de hoogleraar het verhaal van zijn opa die boer was en met verwondering naar de huidige functies in de samenleving keek. "Vroeger deed ik alles zelf op de boerderij. Ik had verschillende taken en diverse functies. Zo was ik weerman, want mijn oogst was mede afhankelijk van mijn inschattingen van het weer. Ik was bioloog, want ik was dagelijks bezig met het ontdekken waardoor of waarmee ik mijn dieren goed verzorgde, en gewassen kon telen. Ik was financieel expert, omdat ik elke dag moest zorgen voor een financieel balans en gewogen risico's. In mijn taak als werkgever en "uitzendbureau" verdeelde ik de taken zo effectief en efficient onder de mensen waar ik vertrouwen in had. Als trainer ontwikkelden we (seizoens) arbeiders tot ervaren medewerkers. Ik was onderzoeker ,omdat ik bij hield welke zaken, materiaal, instrumenten en omstandigheden invloed hadden op de boerderij. Dat alles het hele jaar door, geen vakantie, studieverlof of sabbatical. En dan moet je eens naar jou kijken. Je bent dan wel een wetenschappelijk onderzoeker, maar je doet maar 1 ding! Wat een "armoede"." (vrij vertaald)
Laten we eerst even kijken naar Marx en Weber in de sociologie.
Technologische vooruitgang leidt niet per definitie tot een betere kwaliteit van leven. Alleen een eenvoudiger leefstijl schept de ruimte die nodig is voor (spirituele) vernieuwing. En die vernieuwing blijkt zeer wenselijk want vele gehaaste consumenten zoeken een stressloos leven. In de vrijgekomen "vrije tijd" door automatisering in het werk en technologie in het huishouden willen we tegenwoordig méér genieten met minder: genieten van de tijd om het werk te doen waar je dol op bent, genieten van de tijd om bij je gezin te zijn, genieten van de tijd om iets creatiefs te ondernemen, genieten van de tijd om lekker te eten, genieten van de tijd om gewoon te zijn. Tijdloze eenvoud gaat over een betere kwaliteit van leven, waarin volop ruimte is voor (spirituele) vernieuwing. Kortom: we willen alles tegelijk. En dat is beslist niet handig!! We komen van stress in strain omdat we het overzicht en de regelcapaciteit in onze uitdagende en veeleisende wereld kwijt geraakt zijn. Dus zoals Jan Rotmans promoot: Vooruit naar Vroeger!!!
Past deze beheersmatigheid over onze (vrije) tijd niet heel erg op de opa de hoogleraar die als boer 24/7 bezig was met de dingen te doen die hij leuk en belangrijk vond, te genieten van zijn werk, zijn boerderij, zijn familie en zijn afwisselende taken? Hij vond zijn werk compleet en wilde graag hier alle verantwoordelijkheid voor nemen en dragen. Wie heeft dat nog in zijn werk?
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik stel uw reactie zeer op prijs! Uw bericht zal worden geplaatst op deze blog, onder het artikel.